zaterdag 29 oktober 2011

Siri Hustvedt

Tot voor kort was ze een naam in de cloud, zo'n naam die net buiten je blikveld rondzweeft, maar waarvan je weet dat ze er is.
Uit nieuwsgierigheid griste ik onlangs het enige boek mee dat bij haar naam op het rek stond in de bib.
Het verdriet van een Amerikaan. Bij het even openslaan, merkte ik dat de stijl niets bijzonders was: droog, zakelijk, niet echt literair. Nu heb ik het boek uit, en ik heb ervan genoten. Niet om één, allesoverspannende reden, maar wel om, zoals zo vaak het geval is, de som van een aantal motieven. Hoofdpersonen zijn Erik, zijn zus Inga en haar dochter. Het boek brengt het verslag van de problemen waarmee Erik en zijn omgeving worstelen. Hijzelf en de mensen in zijn dichte kring zijn van slag. Zijn zus Inga en hij hebben onlangs hun vader verloren. Nu duiken er tekenen op van een mysterieuze vrouw in het leven van hun vader. Inga wordt lastiggevallen door een obscure journaliste die er genoegen in schept om haar relatie met haar ondertussen overleden man te bekladden. Sofie, dochter van Inga, kampt met de verschrikking van 9/11, waar ze samen met haar moeder nauwelijks aan ontsnapte. Ook de dood van haar vader, en zijn ontrouw, waarvan ze op de hoogte was, zijn nog niet verteerde brokstukken van haar jong leven.
Zoals wel vaker gebeurt, zijn het de dingen die me op het eerste zicht storen, waar ik later voor val. Ik viel voor de rustige, zelfs onderkoelde stijl van het verhaal. Aan het woord is Erik, die therapeut is. Het verhaal dat hij brengt nu hijzelf, en de mensen in zijn dichte omgeving, hulp kunnen gebruiken, zou het verhaal kunnen zijn van een ideale patiënt. En dat is het in zekere zin ook. De therapeut in hem observeert, analyseert, stelt vragen bij zijn eigen gevoelens van verdriet, spijt en onbehagen. Terwijl hij inzicht probeert te krijgen in het verleden van zijn vader, die de oorlog en de Depressie meemaakte, wordt hij verliefd op zijn buurvrouw.  Hij wordt ook meegesleurd door de problemen van Inga. Die moet de herinnering aan haar overleden grote liefde, haar man, bijstellen, als ze te horen krijgt dat hij haar bedrogen heeft. Ook haar dochter, die daarvan op de hoogte was, worstelt met haar gemengde gevoelens.
Tegenover het voortdurende graven in de psyche van de overledenen en van de levenden staat, gelukkig, een spannend verhaal van gebeurtenissen en van mysteries. Terwijl op het vlak van dit verhaal de gebeurtenissen zich ontrafelen en mysteries worden blootgelegd, tekenen zich op het andere vlak geleidelijk de vragen af waarop waarschijnlijk geen antwoord bestaat: hoever zijn mensen getekend door gebeurtenissen in hun leven, hoever kun je mensen kennen, wat spreek je uit en wat blijft onuitgesproken tussen ouders en kinderen, tussen geliefden? Hoever moet je gaan?
Ik weet niet of het boek mij een paar jaar geleden zou hebben bevallen. Nu deze vragen ook voor mezelf aan de orde zijn, heeft het dat zeker wel gedaan.